Met een biertje in de schaduw? Niet voor alle sportgrasbeheerders!
Anticiperen op het weer is deze zomer een grote uitdaging. Recordneerslag in juni en begin juli was aanleiding om te schrijven over klimaatbestendige sportvelden. De heetste 20 juli ooit in Nederland gemeten, vormde inspiratie om wat nuttige wetenswaardigheden over beregenen en hittestress bij gras te noteren. Direct na publicatie van dit verhaal daalde de temperatuur tien graden en dat bleef een maandje zo. Nu, eind augustus bereiden hebben we te maken met een tropisch eindsprintje van de zomer. Leuk voor de zonaanbidders. Sportgrasbeheerders kunnen beter even bij de les blijven.
De ‘kwakkeligste’ zomer sinds 1996?
Met het hittegolfje in de rest van deze week lijkt het er niet meer op, maar tot nu toe was het een kwakkelzomer. Temperaturen van 20 á 25 oC, redelijk wat zon en bijna dagelijks wel ergens regen. Het lijkt niet direct abnormaal. Echter, de KNMI-rekenmeesters telden tot op heden slechts 8 ADS- dagen: zonnige, droge dagen met bovengemiddelde temperaturen. Statistisch ‘hebben we recht’ op 20 van zulke zomers dagen. Zo kwakkelig wat het niet sinds 1996! Dat gaan de weergoden de komende dagen dus nog wat rechtzetten. Na het weekend zijn de ADS-dagen op en gaan we weer verder met de kwakkelzomer die, zo lijkt het nu, naadloos overgaat in de meteorologische herfst.
Reken je niet (te) rijk met een groene grasmat
Onze cool-season grassen vinden zo’n kwakkelzomer wel prima: geen stress door hitte of droogte. Niet te nat (behalve de uitzonderingen), op sportvelden nauwelijks betreding. De sportvelden en golfbanen ogen dan ook aangenaam groen. Je zou er gelukkig van kunnen worden, maar helaas is mooi groen voor sportgras niet genoeg.
Vooral de regelmatige kleine buitjes van afgelopen weken zorgen dat alleen het gras en de bovenste centimeters van de toplaag vochtig worden. Voetballers en voetbaltrainers vinden dat plezierig, maar voor intensief gebruikte sportvelden het is niet goed. Een warme bodem, nat gras en een vochtige toplaag zijn gunstig voor de ontwikkeling en verspreiding van schimmels. Jong gras en gestrest gras zijn extra vatbaar. Een ander aspect is het risico van oppervlakkige beworteling, waardoor elk grasveld kwetsbaar wordt voor intensief gebruik.
Robuuste grasmat: alleen met goede wortels
Met het doorzaaien in de zomerstop is het aandeel sportveldgrassen weer op peil gebracht. Voor het oog staat het nieuwe gras er nu misschien mooi op. Het is goed om in dit stadium ook eens goed naar de wortels te kijken. Een robuuste grasmat vereist minstens 5 á 7 cm wortellengte. Langer is beter. Dunne wortelslierten in de gaten van de vertidrain tellen niet mee. Helaas worden bij onvoldoende beworteling ook Engels raaigras en veldbeemdgras gemakkelijk uit de mat gelopen. De samenstelling (kwaliteit) van de grasmat kan dan heel snel achteruit gaan. Mocht er al vanzelf gras terugkomen, dan is dit vooral straatgras. Daar wordt geen enkel veld beter van. Je kunt natuurlijk nog weer bijzaaien, maar het blijft zonde van het eerdere werk en zonde van de centen!
Om tijdens het seizoen zoveel mogelijk van de specifieke sportgrassen te behouden is het zaak diepe beworteling te bevorderen. In kwakkelzomers is dat lastig. Goed beluchten en een goede structuur helpen om neerslag sneller en dieper te laten infiltreren. In droge perioden is wel belangrijk dat het gras kan blijven groeien. Overleven is niet voldoende om het velden goed voor te bereiden op het winterseizoen. Het devies voor de meeste velden is terughoudend en afgepast maar wel voldoende te beregenen.
Liever kijken dan meten
Wàt afgepast en voldoende beregenen inhoudt, is natuurlijk afhankelijk van het weer, maar zeker ook van de graswortels en het vochtverloop in de toplaag. De graswortels zijn ook hier de belangrijkste maat! Een steek met een holecutter of spade geeft je daarom veel betere informatie dan enkele oppervlakkige steken met een bodemvochtmeter. Aanvullend kan een bodemvochtmeter wel nuttig zijn om het vochtverloop te kwantificeren.
- Is de beworteling ondiep en de toplaag al op een paar centimeters diepte behoorlijk droog, dan is het oppassen geblazen! Bij warm weer is er snel te weinig vocht voor een fatsoenlijke groei en hittestress ligt op de loer.
- Bij kans op hittestress, zoals deze week, kun je het beste vlak voor het heetst van de dag (vroeg in de middag) een paar mm water vernevelen. De grond hoeft amper nat te worden.
Dit lijkt dit zonde van het water, omdat alles verdampt. In dit geval is dat echter precies de bedoeling. De verdamping van het water onttrekt extra warmte aan de grasmat en de toplaag en drukt zo de temperatuur. Maai ook minder kort. Of niet als het niet echt nodig is.
- Als het droog is en niet al te heet, kun je door terughoudend en afgepast beregenen een diepere beworteling stimuleren. Je beregent dan pas als van bovenaf de wortelzone tot 2/3 behoorlijk droog aanvoelt. Je geeft zoveel water dat de grond direct onder de wortelzone goed vochtig is. Meer water gaat grotendeels verloren.
Als het blad verkleurt is het gras nog niet dood!
Beregenen tegen hittestress is zinvol als het gras slap en donkergroen wordt. Als je te lang wacht gaat het blad dood en kleurt bruin. Kwetsbare planten met korte wortels kunnen in hun geheel afsterven, wat het einde van de grasmat kan betekenen. Bij een diepe beworteling is er niet direct reden voor paniek. Het gras kleurt dan wel geel of bruin, maar zodra er voldoende vocht beschikbaar is herstelt het ook weer. Zonder groen blad ligt de energievoorziening van de plant echter stil. Er is dan geen groei meer en er wordt geen ‘wintervoorraad’ aangelegd. Dat is geen goede voorbereiding op de herfst, de winter en het competitieseizoen.
Het blijft ook deze zomer dus zaak om gras en grond dagelijks in de gaten te houden. Naarmate de wortels korter zijn en/of de verdamping hoger is (temperatuur, wind, luchtvochtigheid), zal je er dichter bovenop moeten zitten. Maar als je de beworteling goed op orde hebt en , dan verdien je het ook om met een biertje in de schaduw te zitten, met de voeten in het koele gras!
Ernst Bos
P.S.
De vorige blog ‘Hittestress? Beregen niet teveel!’ gaat wat dieper in op de materie.
Bedenk dat er buiten beregening nog meer factoren meespelen en mogelijkheden zijn om hittestress en schade door te verminderen.